internationaal
Hoe toerende broers het fundament legden en Warner Bros. een miljardenbedrijf werd

Honderd jaar Warner Bros.

Warner Bros.: het vieren van honderd jaar verhalen vertellen

In 1965 publiceerde Jack Warner zijn boek My First Hundred Years in Hollywood. Hij was pas 73 toen hij zijn memoires schreef, maar het voelde blijkbaar langer. Dit jaar is er echt geen ontkomen aan: Warner Bros., de filmstudio die hij met zijn oudere broers Harry, Albert en Sam oprichtte, is op 4 april honderd jaar oud.

Heb je het over de Warner Brothers, dan heb je het over de beginjaren van de Amerikaanse filmindustrie. Harry, Albert, Sam en Jack, zonen van de Russisch-Joodse immigranten Benjamin Wonsal en Pearl Eichelbaum uit Krasnoshiltz, begonnen omstreeks 1903 in Pennsylvania rond te toeren met een kopie van The Great Train Robbery. De projector en de korte zwijgende western van de Edison Manufacturing Company had hen duizend dollar gekost en leverden al bij de eerste vertoning driehonderd dollar op. Ze draaiden die ene print net zolang ‘tot de gezichten van de treinrovers vervaagden’, aldus Jack, die toen nog maar een jochie was. De memoires van de beroemde studiobaas staan bol van de mooie anekdotes en sterke verhalen over de films en sterren van het oude Hollywood. ‘Bogey’, schreef hij over het gedrag van Humphrey Bogart tijdens een filmopname, ‘has enough alcohol in him to dissolve all the paint on the set…’

Het eerste succes
1923 is het officiële jaar van de oprichting van Warner Bros., maar de broers openden hun eerste studio al in 1917 op Sunset Boulevard. The Dark Knight, Wonder Woman en Harry Potter voeren tegenwoordig de lijst aan van meest winstgevende Warner-films aller tijden, maar het is aardig te bedenken dat het succes begon met een dappere hond. Rin Tin Tin was de eerste grote filmster van Warner en verscheen in zevenentwintig films. Hij redde de broers van een dreigend faillissement en vestigde de reputatie van scenarioschrijver, producent en latere studiobaas Darryl F. Zanuck. Naar verluidt kreeg de Duitse herder duizend dollar per week betaald. Jack Warner stond vanaf 1927 aan het hoofd van Warner Bros. en vond in Rin Tin Tin de ideale werknemer: ‘He didn’t ask for a raise, or a new press agent, or an air-conditioned dressing room, or more close-ups.’

Still The Great Train Robbery (1903) 

Ze draaiden die ene print ‘tot de gezichten van de treinrovers vervaagden’

JACK WARnER

Warner Bros. was, ondanks het succes van Rin Tin Tin en de films van Ernst Lubitsch, toen nog een kleine speler vergeleken met de Grote Drie: First National, Paramount en Metro-Goldwyn-Mayer. Dat veranderde door de komst van de talkies. Juist op het moment dat hun bedrijf in financiële moeilijkheden verkeerde, overtuigde Sam Warner zijn broers ervan te investeren in de nieuwe geluidsfilmtechniek. Het resultaat: wereldwijde hits als The Jazz Singer (1927), Lights of New York (1928) en On with the Show (1929), die ook meteen de eerste lange kleurenfilm met geluid was. Rond 1930 maakte Warner al honderd films per jaar en runde honderden bioscopen in Amerika en daarbuiten. Warner Bros. was een major geworden. Jack schreef in zijn memoires heel ontroerend over Sam, zijn oudere broer die het succes niet mee mocht maken. Hij overleed, uitgerekend op de dag voor de première van The Jazz Singer.

Solide basis
Muziek- en dansfilms deden het bioscooppubliek de crisisjaren vergeten - denk aan Gold Diggers of Broadway (1929) en de spectaculaire extravaganza van de Busby Berkeley-musicals - maar muziekfilms brachten eigenlijk in álle jaren van Warners’ lange bestaan geld in het laatje: Yankee Doodle Dandy (1942), My Fair Lady (1964), A Star is Born (2018), Elvis (2022)… En naast de musicals waren er de andere genre- en formulefilms: de gangsterfilms (Little Ceasar en Scarface, bijvoorbeeld, uit 1931 en 1932), de zwaardvechtfilms met Errol Flynn, de noirs met Humphrey Bogart, én de films met Bette Davis. Zij was zó belangrijk voor hun succes, dat ze na de dood van Sam ook wel de ‘vierde Warner Brother’ werd genoemd. En vergeet vooral ook de Looney Tunes animatiefilms niet.

Zoals iedere studio kende Warner Bros. goede en slechte jaren. Op een ding konden ze echter rekenen: er was altijd publiek te vinden voor een goedgemaakte genrefilm. Clint Eastwood maakte zijn Dirty Harry-films voor Warner. Zowel The Exorcist (1973) als The Shining (1980) werden door Warner Bros. in de bioscoop uitgebracht. En na de acquisitie van DC Comics volgden natuurlijk Superman (1978), Batman (1989), The Dark Knight (2008), Joker (2019) en nog veel meer superheldenfilms. The Matrix, Ocean’s Eleven, Inception, de Harry Potter-films, The Hobbit… Of het nu als (mede)producent was of als distributeur; fantastisch, escapistisch amusement bezorgde (en bezorgt) Warner een solide basis.

Jack Warner vond in Rin Tin Tin de ideale werknemer: ‘He didn’t ask for a raise, or a new press agent, or an air-conditioned dressing room, or more close-ups.’

Risico’s
Wat niet wil zeggen dat Warner alleen maar op veilig speelde. De geluidsfilm was een gok, eind jaren twintig. A Streetcar named Desire (1951) met Marlon Brando zou je kunnen omschrijven als een experiment in method acting. Rebel without a Cause werd in 1955 door de New York Times afgeschreven als ‘violent, brutal and disturbing’. James Dean leverde, volgens de recensent, ‘a clumsy display’. En dat iemand het zou aandurven het toneelstuk Who’s Afraid of Virginia Woolf te verfilmen, met al dat alcoholmisbruik en gevloek, leek in 1966 nog volkomen ondenkbaar. Het werd, met dank aan Elizabeth Taylor en Richard Burton, een meesterwerk. Martin Scorseses Mean Streets (1973) en Alice Doesn’t Live Here Anymore (1974) werden door Warner uitgebracht. Zelfs de maniakaal kritische Stanley Kubrick liet zijn films het liefst door Warner distribueren. A Clockwork Orange (1971), Barry Lyndon (1975) en Eyes Wide Shut (1999), bijvoorbeeld. Films, die je toch moeilijk risicomijdend kunt noemen.

Jack Warner overleed in 1978; zijn broers waren hem al voorgegaan. De studio was tegen die tijd verkocht aan de Kinney Corporation. Het bedrijf groeide daarna uit tot het nog veel grotere Warner Communications, waarvan Warner Bros. Inc. een van de onderdelen was, met activiteiten op het gebied van film, televisie, muziek, games en comics. In 1990 gingen Warner Communications en Time Inc. samen verder in Time Warner Inc., vanaf 2018 en onder de naam WarnerMedia onderdeel van het reusachtige telecombedrijf AT&T. WarnerMedia lanceerde in 2020 ook een eigen streamingdienst, HBO Max, sinds vorig jaar ook actief in Nederland.

- lees verder onder de advertentie -

In de filmdivisie van Warner Bros. vind je tegenwoordig, naast DC, ook bekende filmproducenten als New Line Cinema en Castle Rock Entertainment. In de televisiedivisie bevindt zich onder meer het populaire Cartoon Network. Veel filmhoogtepunten werden in de loop van dit artikel al genoemd, maar deze vijf populaire televisieseries mogen ook niet onvermeld blijven: The Dukes of Hazzard, Murphy Brown, Friends, ER en The Big Bang Theory. Allemaal (mede)geproduceerd door Warner Bros. Television. Als gevolg van alle overnames zijn ook de rechten van de meeste oude MGM-films en Hanna-Barbera animatiefilms ondertussen in handen van Warner.

Warner Bros. Discovery
De viering van de honderdste verjaardag in april markeert ook het begin van een nieuwe periode voor Warner. Vorig jaar werd al bekend dat WarnerMedia wordt losgekoppeld van AT&T en fuseert met de Amerikaanse televisiegigant Discovery. Ze gaan, onder leiding van David Zaslav, verder onder de naam Warner Bros. Discovery. Regisseur James Gunn, vooral bekend van de Guardian of the Galaxy-films, en producent Peter Safran staan aan het hoofd van DC Studio’s. Wat er met de streamingdiensten gaat gebeuren is nog onzeker. Volgens sommige berichten worden HBO Max en discovery+ samengevoegd, andere berichten spreken dat tegen.

Vorig jaar waren beide streamingdiensten samen goed voor ongeveer honderd miljoen abonnees wereldwijd. Disney+ en Netflix zitten beide boven het dubbele, maar daarmee is het pleit natuurlijk niet beslecht. Disney kondigde in februari een grote bezuinigingsoperatie aan, onder meer omdat er zwaar verlies geleden wordt op de streamingactiviteiten en het aantal abonnees op Disney+ was gedaald. Netflix en HBO Max lagen de afgelopen tijd onder vuur omdat ook zij moesten bezuinigen en geliefde series staakten of (in het geval van Westworld) eerdere seizoenen zelfs helemaal van hun platform kegelden. Kortom: de ‘streaming wars’ zijn nog lang niet voorbij, maar dat is een heel ander verhaal.

100 Years of Storytelling
Terug naar het verhaal van Warner. Celebrating Every Story is het toepasselijke motto voor het honderdste verjaardagsfeest dit jaar. Er is een driedelige documentaire over de geschiedenis van Warner aangekondigd die op HBO Max zal verschijnen en er komen ook marathonprogramma’s en speciale live events - vooral in Amerika, helaas. In ons land zijn geen bijzondere activiteiten gepland.

Zoals iedere studio kende Warner Bros. goede en slechte jaren. Op een ding konden ze echter rekenen: er was altijd publiek te vinden voor een goedgemaakte genrefilm

Veel aandacht zal er natuurlijk zijn voor de Oscarwinnaars en grote successen: Casablanca (1942), Bonnie and Clyde (1967), Unforgiven (1992), The Fugitive (1993), Million Dollar Baby (2004), The Departed (2006). Op het eigen feestje wil Warner liever niet herinnerd worden aan de pijnlijke flops, want die waren er uiteraard ook: Wild Wild West (1999), Battlefield Earth (2000) en The Adventures of Pluto Nash (2002). Je vraagt je af: wat zou de immigrantenfamilie Wonsal (de oorspronkelijke familienaam die later veramerikaniseerd werd tot Warner) in 1888, op de boot naar Baltimore, gedacht hebben van een verlies van 96 miljoen dollar op een enkele film?

De catalogus van Warner Bros. Discovery bestaat nu uit meer dan 12.500 lange speelfilms en 2.400 televisieprogramma’s van in totaal 150.000 losse afleveringen. The Great Train Robbery uit 1902 duurde maar twaalf minuten en is overal online te bekijken. Daarmee begon het dus, met deze eerste zwijgende Amerikaanse zwart-witwestern. De gebroeders Warner hebben een mooie slag geslagen.

Door Barend de Voogd