Met twee nieuwe zalen, een Shining-bar plus een extra foyer met pooltafel kan KINO Rotterdam vanaf 1 maart veel meer bezoekers verwelkomen. Ondertussen zoekt de bioscoop naar nieuwe wegen om gezichtsbepalend te kunnen blijven. ‘Het verbaast ons dat zoveel Nederlandse filmzalen er hetzelfde uitzien.’
Sinds kort in KINO Rotterdam: NIKO’s resto. Een menukaart met uitsluitend kwaliteitshamburgers en sides, te bestellen per QR-code. Snel en simpel. KINO-eigenaren Frank Groot en Jan de Vries besloten na covid om het horecaconcept helemaal om te gooien, vertelt Groot. ‘Je zult bij de meeste bioscopen zien dat het eigen restaurant een hoofdpijndossier is. We hebben dat overgenomen van LAB111, die hun uitgebreide kaart inruilden voor alleen pizza’s. Daardoor durfden ook wij bijvoorbeeld de stap te nemen zonder reserveringen te werken.’
We zijn in Rotterdam om de nieuwe vleugel te bekijken waarmee KINO nieuwe zitplaatsen en veel extra foyerruimte heeft gecreëerd. Maar bij de Rotterdamse vertoner is altijd meer aan de hand. Er wordt hier continu nagedacht over spannende programmering en nieuwe richtingen. Maar dat moet wel uit de lengte of uit de breedte. ‘We hebben geen onbeperkt budget en willen vaak bijzondere dingen. Dus werken we met partijen die we kennen en vertrouwen. Alles is natuurlijk te koop, maar we zijn geen megacommercieel bedrijf. Dan kom je snel uit bij mensen die mee willen denken. Er is hier veel, eh… liefde nodig.’ ‘Je bedoelt: de gunfactor?’ Brede glimlach. ‘Precies: de gunfactor!’
Deze zomer zal KINO Christopher Nolans Oppenheimer op 70mm vertonen.
Stadsparel
Het liefst waren Frank Groot en Jan de Vries al in 2016 van start gegaan met zes zalen. Ze kozen er echter voor om met vier te beginnen. Vanuit een kostenoverweging, maar ook omdat ze zichzelf eerst wilden bewijzen als artistieke bioscoop, aldus financieel directeur Groot. ‘Rotterdammers zijn vooraf altijd wat afwachtend, dus we moesten onze ambities eerst maar eens waar zien te maken. Zeker omdat dit pand een echte stadsparel was. Na twee jaar hadden we voor onszelf en onze investeerder bewezen dat er potentie inzat, en zijn we plannen voor uitbreiding gaan maken.’
De plek daarvoor was allang duidelijk. Het oude LantarenVenster had achter zaal 1 een groot zijtoneel, dat door KINO alleen als horecaopslag werd gebruikt. Die ruimte werd tot de grond toe afgebroken, waarna er boven elkaar twee zalen, een baruitbreiding en een extra foyer werden gerealiseerd. Frank Groot: ‘Alles wat je nu ziet is helemaal nieuw. De ruimte was in erbarmelijke staat. De vloer moest opnieuw gefundeerd worden en vanaf daar is alles opgebouwd.’
Covid vertraagde de bouwplannen, maar al vier maanden na heropening bleken de bezoekcijfers goed genoeg om door te kunnen gaan. ‘We hebben toch een trouw publiek, en onze formule is behoorlijk covid-proof gebleken. We maken events van al onze films, nieuw en klassiek.’ In die tussentijd is alles wel veel duurder geworden, constateerden De Vries en Groot. ‘Met name het bouwen zelf. Deze twee zalen extra hebben letterlijk hetzelfde gekost als de hele renovatie van het pand in 2016.’
De bar uit The Shining
Grotendeels dezelfde ploeg die de verbouwing destijds heeft uitgevoerd hielp mee aan de nieuwbouw. Zo werd opnieuw architect Studio Steenbruggen ingeschakeld, waardoor de nieuwe ruimte naadloos aansluit bij de oude. Veel details keren terug, zoals de bamboe trappen, de stalen hekjes op de verschillende verdiepingen en de verlichting. De nieuwe bar is een verkleinde kopie van de bar uit The Shining, waar Jack Nicholson voor het eerst kennis maakt met de gasten van het Overlook Hotel.
- lees verder onder de advertentie -
KINO zou KINO niet zijn als ook de twee nieuwe zalen geen filmreferentie hadden. In zaal 6 zijn op de wanden neonsterren aangebracht, een verwijzing naar het bowlingcentrum uit publieksfavoriet The Big Lebowski. Het Perzisch tapijt that pulls the room together ligt voorin de zaal. Groot: ‘Kleine easter eggs, die Jan samen met de architect heeft bedacht. Het is zo leuk om een filmzaal te kunnen ontwerpen. Daarom verbaast het mij wel dat veel filmzalen in Nederland er hetzelfde uitzien. Je creëert er immers een wereld die mensen voor even kunnen betreden.’
Ondertussen is niet beknibbeld op kijkcomfort. ‘Beide zalen hebben de nieuwste laserprojectie, die we hierna ook in alle andere zalen gaan doorvoeren. Verder vonden we het vooral belangrijk om het scherm zo groot mogelijk te maken. Dat is nu van muur tot muur, dus een flinke oppervlakte voor een ruimte met 73 bezoekers. Voor wat wij doen is dit immersive. Bij KINO draait het iets meer om de communale beleving dan fauteuils. Daar zijn weer andere plekken voor.’
Losgaan
Voor zaal 5 werd helemaal uitgepakt, met verwijzingen naar Fear and Loathing in Las Vegas. ‘Die film is eigenlijk één grote trip en dat hebben we willen doorvoeren in de aankleding. Het tapijt is exact hetzelfde als dan van het hotel waarin Johnny Depps personage Hunter S. Thompson op een gegeven moment helemaal losgaat. De vloerbedekking kruipt daar tegen de muur op, en dat is wat hier ook een beetje gebeurt.’ Ook zitten sommige banen van de lambrisering scheef. ‘Zodat je een beetje het spoor kwijtraakt, maar ook weer niet te veel. Mensen moeten hier ook een kinderfilm kunnen kijken.’ In de chique plafondlijst vliegen de ingebeelde vleermuizen uit de beroemde woestijnscène.
'Je creëert een wereld die mensen voor even kunnen betreden.’
Een ander mooi detail in de nieuwe vleugel zijn de zitplaatsen die rond de trap omhoog gecreëerd zijn. Al met een paar zittende bezoekers maakt het de ruimte gelijk gezelliger. ‘We zijn toch een seizoensbedrijf. Dus in de winter zit het hier afgeladen vol en ben je blij met deze extra ruimte. Als in de zomer minder bezoekers blijven hangen, wil je het alsnog gezellig maken. Dan helpt het om verschillende zitplekjes te hebben. Zo hebben we geprobeerd om elke vierkante centimeter van het pand optimaal te gebruiken.’
Geheim wapen
Na de rondleiding neemt Frank Groot de tijd om terug te kijken op zes jaar KINO, en tevens vooruit te kijken. Want de uitdagingen voor de branche zijn niet aan de Rotterdamse succesbioscoop voorbij gegaan. Het klopt dat KINO haar publiek na covid sneller terugvond, maar probleemloos ging dat zeker niet. ‘We hebben echt moeten opbouwen. Filmtheaters hadden het zwaarder omdat de oudere bezoeker langer wegbleef. En bij de echt commerciële theaters hadden de jonge bezoekers de bioscoop niet langer top of mind. Ook had iedereen last van een matig filmaanbod. Maar daar kun je wel wat aan doen.’ KINO zocht de oplossing door het karige aanbod aan te vullen met klassiekers en zelf op zoek te gaan naar interessante nieuwe films. Zo draaide de zelf geïmporteerde Deense comedy Wild Men over een man die de wildernis in trekt met veel succes.
Klassiekers en speciale programma’s waren al vanaf 2016 het geheime wapen van KINO. Dat viel andere filmtheaters ook op, zodat bijvoorbeeld nu in heel Rotterdam het aanbod van ouder werk enorm is toegenomen. Groot vindt het prima, en ook wel complimenteus. Tevreden ziet hij dat klassiekers nog steeds het best bekeken worden in Eye en KINO. ‘Ik denkt dat dit komt omdat mensen bij ons de uitleg verwachten. Iedereen kan een klassieker draaien, maar er moet wel een context zijn. Het is de kunst dat goed te blijven doen en het sterkt ons om nog betere programma’s te maken.’
Spannend vindt hij het vertonen van analoge film. Het is een nicheproduct dat zich niet meteen terugverdient, want het is duurder en kan niet iedereen bekoren. ‘Sommige distributeurs vinden het belachelijk dat we dit doen, want digitaal is toch veel mooier? Het is ook echt een smaakding: fysieke film flikkert, er zit een korrel in het beeld. Wij vinden dat prachtig. En de film kan breken, dat maakt het spannender. Maar mensen vinden het leuk en je maakt er nog meer een event van. Als enige in Nederland konden wij The Abyss vertonen, want die is digitaal niet te krijgen.’ Deze zomer zal KINO Christopher Nolans Oppenheimer op 70mm vertonen.
Cry-Baby Cinema
Gelijkgestemde collega’s zijn volgens Groot The Movies, FilmHallen, Bioscopen Leiden en LAB111. ‘Dat zijn de partijen waar wij zeker vijf keer per week mee spreken. Veel bioscopen kijken naar elkaar, en dat is niet erg. Je inspireert elkaar, maar de kunst is ook om iets nieuws buiten Nederland te zoeken.’ Als voorbeeld haalt hij het Britse concept Cry-Baby Cinema aan, voorstellingen waar je je pasgeboren kindje mee naartoe kunt nemen. Het licht is dan half gedimd, het geluid staat zachter en er is een commode bij de ingang van de zaal gezet.
Na een valse start pikte Groot het Cry-Baby-concept weer op toen hij zelf vader werd en nauwelijks meer films zag. ‘Het werkte eerst niet, maar pas toen zag ik dat de programmering niet klopte. Je moet dat niet op een vrijdagochtend doen, maar op een zaterdagochtend. Dan hebben ouders tijd. Voor dat besef moest ik eerst zelf vader worden. Nu werkt het veel beter en zitten er twintig ouders met kinderen. En die komen elke zaterdag terug.’
Vaderschap of niet, Groot en De Vries proberen nog steeds zo vaak mogelijk achter de kassa te staan. Zo behouden ze het broodnodige contact met de bezoeker. ‘Er kwam laatst een mevrouw bij mij aan de kassa die zich nog herinnerde dat de Sex Pistols in de grote Lantaren-zaal optraden. Alleen al daarom is het leuk om regelmatig achter de kassa te staan. Dat soort verhalen zijn schitterend. Jan en ik verzamelen die echt.’