Het Deense Nordisk Film Cinemas is dit jaar winnaar van de CineEurope Exhibitor of the Year-prijs. HFN toog naar Kopenhagen voor een gesprek met CEO Asgar Flygare Bech-Thomsen en met Jan Rasmussen, winnaar van een Gold Award op CineEurope 2023. Want wat maakt Nordisk bijzonder?
Kopenhagen leeft helemaal op onder de eerste warme lentezon. De Denen zijn massaal hun huizen uit gekomen, en menigeen heeft meteen maar de korte broek uit de kast gehaald. Op het hoofdkantoor van Nordisk Film in de Kopenhaagse wijk Valby geniet men duidelijk ook van het warme weer. Het is rond het middaguur gemoedelijk druk op dit charmante studioterrein, waar op dat moment onder meer een televisieserie wordt opgenomen. Cast, crew en Nordisk Film-medewerkers lopen af en aan met rijk gevulde borden om een plekje in de zon te bemachtigen voor hun lunchbreak. We scheren er rakelings langs acteur Viggo Mortensen, horen we later, die er ook aan het werk is.
Nog warmer is het in het op het studioterrein gelegen Nordisk Film-museum, een gebouwtje als een kas met een geheel glazen bovenverdieping. Dit pand was in de jaren tien van de vorige eeuw een filmstudio, wat nog te zien is aan de vele props uit die tijd die hier te bewonderen zijn. De glazen bovenverdieping maakte het mogelijk om binnenscènes met natuurlijk licht te filmen, want studiolampen bestonden in die tijd nog niet.
'Met twintig procent minder releases, zestig procent van je bezoekers.'
Dat Nordisk Film met z’n tijd is meegegaan, is verderop op het terrein te zien, waar vorig jaar een 'virtuele studio' werd geopend. Deze bestaat uit 360 graden aan led-panelen, waarop achtergronden van scènes kunnen worden weergegeven. De studio is zo groot dat er een truck in kan rijden. Panelen aan het plafond kunnen zelfs de zon weergeven, zodat realistische schaduwen ontstaan.
Hoewel een van de oudste filmbedrijven ter wereld, is Nordisk Film tegenwoordig dus een groot, modern concern dat zich op verschillende deelgebieden van de filmbusiness richt. Zo is het niet alleen in film- en tv-productie en bioscoopexploitatie actief, maar ook in postproductie. Daarnaast is er een gaming-tak en is Nordisk Film zelfs distributeur van Playstation in Scandinavië en de Baltische staten. Verder is er een bedrijfsonderdeel voor bioscoopreclame, voor filmdistributie, runt Nordisk een bioscoopportal en zelfs een giftcardbusiness. Sinds 1992 is Nordisk Film onderdeel van Egmont, een Scandinavische mediagroep.
Bioscoopexploitatie is altijd een onderdeel van Nordisk Film geweest sinds de oprichting van het bedrijf in 1906. Met de overname van Oslo Kino AS door het bedrijfsonderdeel Nordisk Film Cinemas in 2013 is het bedrijf ook actief in Noorwegen. Daar is het nu, net als in Denemarken, marktleider. In 2018 opende Nordisk Film Cinemas de eerste bioscoop in Zweden. In totaal exploiteert het bedrijf in deze drie landen 46 bioscopen met 257 schermen: 23 in Denemarken (158 schermen), 21 in Noorwegen (89 schermen) en 2 in Zweden (10 schermen). Hiermee is deze exploitant in grootte de zeventiende keten van Europa.
asger Flygare Bech-Thomsen
Reden van ons bezoek is dat Nordisk Film Cinemas dit jaar tijdens CineEurope de Exhibitor of the Year-prijs krijgt uitgereikt en daarmee - zeker volgens de CineEurope-organisatie - als voorbeeld dient voor de branche. Asger Flygare Bech-Thomsen, CEO van Nordisk Film Cinemas ontvangt HFN samen met Jan Rasmussen, hoofd projectietechniek en tijdens CineEurope ontvanger van een Gold Award. Flygare Bech-Thomsen, die eerder in productie en distributie heeft gewerkt, is een vriendelijke man die om zijn verhaal kracht bij te zetten af en toe enthousiast op tafel slaat.
De heren zijn net terug van de bioscoopbeurs CinemaCon en nog vol van de actuele discussies daar. Weg waren de pre-covidgesprekken over simultane releases op verschillende platforms, volgens Flygare Bech-Thomsen: ‘Ik zie covid als een geweldig leer-laboratorium. Wie zou er ooit hebben gezegd: laten we het aantal titels met twintig procent verlagen? Niemand! Maar gebleken is nu dat je met twintig procent minder releases, zestig procent van je bezoekers overhoudt. Als het leermoment bij de distributeurs succesvol was geweest, dan zouden we de discussie van de nul-dagenwindow nu nog voeren. In de covid-periode bespraken we bijvoorbeeld een window van nul tot dertig dagen. Maar het is nu vijfenveertig dagen.’
Jan Rasmussen vult aan: ‘Sommige titels hebben zelfs een langere window. We zijn nog herstellende na covid, de bezoekcijfers zijn niet zo hoog als voorheen, maar de discussies met de studio’s zijn veel positiever dan daarvoor.’
Welke rol speelt Nordisk Film in filmproductie in Denemarken en Scandinavië?
AF: ‘Wij produceren zo’n veertig procent van de Deense films, en in geheel Scandinavië zijn wij bij ongeveer dertig procent betrokken. In dit deel van Europa zijn lokaal geproduceerde films vrij groot, ongeveer twintig tot dertig procent van de markt.’
JR: ‘Historisch gezien zijn de films die Nordisk Film produceert altijd erg mainstream geweest. De afhankelijkheid van lokale titels is hier groot. De content die uit Hollywood komt bepaalt of het een goed of een slecht jaar is. Maar of het een goed of een geweldig jaar is wordt bepaald door hoe goed lokale titels het doen.’
- lees verder onder de advertentie -
Hoeveel procent van wat door Nordisk Film gemaakt wordt is voor de bioscoop, televisie of online?
AF: ‘Als de opnamekwaliteit goed genoeg is, dan is vijftig procent van wat wij produceren voor de bioscoop en vijftig procent voor andere platforms. Als een film goed is, dan verdien je je hele investering tijdens de bioscooprelease terug. De andere platforms doen er tot wel vijftien jaar over om de investering terug te verdienen, terwijl dat in de bioscoop in zes tot acht weken gebeurt. Daarom is een bioscooprelease superbelangrijk. Bij filmproductie is een belangrijke discussie altijd hoe je je risico kunt verkleinen. Als je tientallen miljoenen in een productie hebt gestoken, is het antwoord daarop niet om een film direct aan streamingdiensten te verkopen. Een van de antwoorden is om die eerst aan zoveel mogelijk territories te verkopen. En de eerste window in die territories is bioscoop, omdat je daarmee je geld zo snel mogelijk terugverdient.’
Wat is de positie van Nordisk Film Cinemas in het Deense bioscooplandschap?
AF: ‘Wij zijn in Denemarken marktleider in een volwassen markt. Als je die ziet als een monopoliespel, dan staat er een gebouw op elk vakje. Onze grootste concurrenten zijn onafhankelijke bioscoopgroepen, vaak goede entrepreneurs met vier of vijf bioscopen. Zij zijn ook bereid om risico’s te nemen. De eerste exploitant die een complete bioscoop uitrustte met recliner-stoelen was een onafhankelijke met één of twee bioscopen. Die nam daarmee natuurlijk een veel groter risico dan als wij dat zouden doen. Maar inmiddels heeft dertig procent van ons netwerk ook recliners. Tijdens covid hebben we het feit dat bioscopen gesloten waren aangegrepen om een vijftal bioscopen geheel om te vormen.’
Nordisk Film bestaat uit veel verschillende bedrijfsonderdelen. Is daar ook synergie tussen?
JR: ‘We hebben het volledige ecosysteem hier: scripts worden geschreven, films gemaakt en afgewerkt, gedistribueerd en in onze bioscopen vertoond. Er is inderdaad interactie tussen verschillende onderdelen. Ontwikkelaars van games kunnen helpen bij de special effects van films. En leden van mijn technische team encoderen zelf de DCP’s van de bioscoopreclame, zodat we zeker weten dat de kwaliteit daarvan goed is.’
'Of het een goed of een geweldig jaar is, wordt bepaald door hoe goed lokale titels het doen.’
Nordisk Film maakt films, distribueert ze en heeft ook bioscopen. Zelfs in de VS was dit lange tijd niet toegestaan.
AF: ‘Mensen vragen mij wel eens: ‘hoe is het om een verticaal systeem te runnen?’ De automobielindustrie in de VS in de jaren dertig produceerde auto’s en verkocht ze vervolgens via eigen dealers. Dat is niet wat wij doen, want dat zou niet werken. Stel je voor dat wij alleen onze eigen films in onze bioscopen zouden draaien. Of onze eigen film in een grote zaal en een potentieel beter lopende film van een andere distributeur in een kleinere zaal. Zo zouden we onze capaciteit niet optimaal benutten. De reden dat dit bedrijf zo winstgevend is, is dat dergelijke zaken hier niet voorkomen.’
U krijgt tijdens CineEurope de Exhibitor of the Year-prijs uitgereikt. Wat maakt Nordisk Film Cinemas bijzonder?
AF: ‘Als je van de buitenkant naar ons kijkt, dan is het duidelijk dat we groeien. Maar belangrijker is te kijken naar wat er binnen het bedrijf gebeurt. Dat bepaalt wat er van buitenaf gezien wordt. Dit bedrijf is heel ambitieus in het geven van een supergoede ervaring aan de gast. Tegelijkertijd zijn we ons er terdege van bewust dat we onze investeringen zelf financieren én een financiële bijdrage leveren aan de rest van de groep.
In ons bedrijf hebben we een aantal belangrijke principes waarmee we werken. Zo moeten medewerkers openstaan voor samenwerking met alle afdelingen. En omgekeerd: voor alles wat we willen veranderen zullen we altijd alle afdelingen erbij betrekken. Veranderingen kunnen alleen snel plaatsvinden als alle afdelingen samenwerken.’
Kunt u dit met een voorbeeld verduidelijken?
AF: ’Samenwerking tussen de afdelingen maakte het mogelijk dat wij een van de eersten waren met bioscoop-gaming. Dit systeem, dat Biospil heet, loopt via onze bioscoopapparatuur en via een app op de telefoon van de bezoeker. De game start een paar minuten voor de aangekondigde tijd van de show en is bedoeld om bezoekersbetrokkenheid te creëren. Men moet vragen op het scherm via de app beantwoorden. Een eventuele prijs kan met een code op je mobiel meteen worden afgehaald, bijvoorbeeld aan het buffet van de bioscoop. Maar er zijn ook grote prijzen te winnen, zoals een minicruise naar Oslo.’
JR: ‘We zijn dit al een tijd geleden gestart, ver voor anderen in de business. Biospil wordt verkocht door de reclamebedrijven in Denemarken en Noorwegen, samen met de bioscopen. Er is werkelijke interactie met het scherm, dus er is integratie met het TMS (Theatre Management System, redactie) nodig, maar ook met de kassasoftware van de bioscoop. Dat zorgt er dus voor dat elke afdeling van het bedrijf erbij betrokken moet zijn.’
asger Flygare Bech-Thomsen
Wat maakt Nordisk Film Cinemas nog meer bijzonder?
AF: ’De service aan onze bezoekers is op een hoog niveau, ook vergeleken met andere Europese landen, en zeker vergeleken met de VS. We zien dat terug in onze bezoekers-tevredenheidsonderzoeken: de NPS-score van onze Deense bioscopen was vorig jaar 64. We werken ook hard aan de kwaliteit van onze medewerkers. Werving en selectie van nieuwe, jonge medewerkers gaat middels een casting, waarbij we kijken naar uitstraling en hulpvaardigheid van de jongeren. Als ze zijn aangenomen, dan sturen we een brief naar de ouders van de nieuwe medewerker, waarin we ze bedanken voor het ‘lenen’ van hun kind. Maar we vragen de ouders daarin ook of ze hun kind willen helpen bij het begin van hun werkzame leven, bijvoorbeeld met op tijd komen. Deze nieuwe medewerkers krijgen dan een online trainingsprogramma van veertien dagen, hands-on trainingen en daarna maandelijkse voortgangsgesprekken. Als ze na hun achttiende blijven, wordt er een carrièreplan gemaakt en groeien ze door naar supervisor of manager.
Vorig jaar hebben we helaas op een trieste manier gezien hoe effectief onze training is. In onze bioscoop Field’s, die in een winkelcentrum ligt, vond een schietpartij plaats. De schutter heeft zijn wapen op het toilet in elkaar gezet en begon op onze gasten te schieten. De medewerkers, grotendeels tussen zestien en achttien jaar, hebben binnen tien minuten de hele bioscoop ontruimd en de deuren op slot gedaan zoals ze geleerd hadden. Zo kon de schutter, die inmiddels door het winkelcentrum liep, er niet meer in. Helaas is een zeventienjarige medewerker die als eerste ingreep door de man doodgeschoten.’
JR: ’De medewerkers hebben superprofessioneel gehandeld, zeker gezien hun leeftijd. Ze hebben waarschijnlijk heel wat levens gered, met de manier waarop ze de situatie hebben afgehandeld. En dat is een bewijs hoe belangrijk training is.’
Na zo’n heftig verhaal verbleekt elke volgende vraag. Maar we hebben over het verleden en het heden gesproken. Ziet u toekomst voor maaltijden in de bioscoop?
AF: ‘Dat is echt superinteressant. Toen de eerste recliners verschenen, werden ze een beetje als ordinair gezien. Zo wordt er ook naar eten in de bioscoop gekeken, maar dat is een kwestie van gewenning. Want als het in de VS en UK werkt, zal het hier ook heus wel gaan werken. Het staat nu nog in de kinderschoenen in Scandinavië, ook omdat bioscopen traditioneel niet zijn uitgerust met keukens. We zijn voorzichtig aan het testen en als we menen dat onze bezoekers dit willen, dan zullen we het zeker aanbieden.’
JR: ‘We zijn ons er zeer van bewust dat dit waarschijnlijk een van de nieuwe trends in Europa zal worden. We zijn vrij zeker dat het er gaat komen. Maar je moet het goed doen, op de goede plekken aanbieden en je moet er een eigen draai aan geven, zodat het werkt in de Scandinavische landen.’
De drie mooiste Nordisk Film-bioscopen in Kopenhagen
Imperial is de bioscoop in Kopenhagen waar veel galapremières plaatsvinden. De foyer heeft een klassiek Hollywoodachtige uitstraling met veel natuursteen. De enige, waaiervormige zaal van Imperial heeft 967 stoelen, is uitgerust met 4K dubbelprojectie, Dolby Atmos audio en kreeg als eerste in Europa het THX Ultimate keurmerk. Er kunnen ook 70mm-films worden vertoond.
Dagmar is een rustieke, wat oudere bioscoop met vijf zalen waar voornamelijk de commerciëlere arthousefilms worden gedraaid. De grote zaal met 314 stoelen heeft een klassieke uitstraling met een houten lambrisering. In het buffet in de foyer worden elke ochtend croissants vers afgebakken en kunnen bezoekers ‘s avonds genieten van een tapasplankje bij hun drankje, wat van tevoren online te reserveren is.
Het in 2015 geopende Field’s is een moderne multiplexbioscoop en bevindt zich in een van de grootste winkelcentra van Denemarken, vlakbij het vliegveld van Kopenhagen. In de ruime shop kunnen bezoekers hun eigen postmix softdrinks tappen en wordt zoals in elke Deense bioscoop de popcorn vers gebakken. De negen zalen zijn, op de 4DX-zaal na, allemaal uitgerust met recliner-stoelen, waartussen zich ruime gangpaden bevinden.