Naast Nordisk Film Cinemas, dat ongeveer de helft van de Deense bioscopen bezit, maken onafhankelijke bioscopen een substantieel deel uit van het Deense bioscooplandschap. Holland Film Nieuws bezocht drie independents in Kopenhagen, van mainstream tot arthouse, waarvan er twee een distributietak hebben en één vol inzet op duurzaamheid.
Het kleine, maar fijne filmhuis Vester Vov Vov bevindt zich in de wijk Vesterbro. De opvallende naam refereert aan een Deense stomme film van weleer. Het intieme filmcafé ademt de sfeer van oude filmhuizen, maar inmiddels heeft Vester Vov Vov een eigen niche gevonden in de bioscoopmarkt van Kopenhagen: expats. In de stad spreekt twintig procent van de inwoners namelijk geen Deens en het filmhuis bedient hen met Engels ondertitelde films. Dit eerste filmhuis van Denemarken stamt uit 1975 en nog steeds wordt het tweezalencomplex door een van de oprichters zelf gerund. Maar de eerste Deense bioscopen zijn natuurlijk nog veel ouder.
Wie erlangs loopt, ziet meteen dat alles hier film ademt.
Grand Teatret
Hartje Kopenhagen, niet ver van het beroemde Tivoli-pretpark en in een zijstraat van de hoofdstraat, staat het Grand Teatret . Wie erlangs loopt, ziet meteen dat alles hier film ademt. Aan de gevel hangen grote banners met posters van de arthousefilms die er op dat moment draaien: The Quiet Girl, Close en Apolonia, Apolonia. Het is niet verwonderlijk voor zo’n binnenstadslocatie dat Grand Teatret oorspronkelijk niet voor film werd gebouwd. In de jaren tien van de vorige eeuw was dit een concert- en balzaal voor het belendende hotel. Al snel werd het echter omgebouwd tot filmzaal. In 1974 werd het filmtheater overgenomen door Peter Emil Refn, oom van filmregisseur Nicolas Winding Refn. Hij startte er ook een distributiebedrijf, Camera Film en opende al snel twee additionele zalen in het complex.
Tegenwoordig is Kim Foss directeur en mede-eigenaar van het filmtheater én de distributietak. Foss is een bevlogen man, die op zijn vrije dag niet te beroerd is om even naar het theater te komen om ons te ontvangen. Hij leidt ons rond door het complex, dat tegenwoordig zes zalen omvat, variërend van 326 tot 40 stoelen. Zaal 1, waar de voorstelling op het punt staat te beginnen, ziet er met de velours stoelen van het Noorse kwaliteitsmerk Skaie, supergoed uit. Bovenin is een soort ‘koninklijke loge’ van 25 stoelen, die alleen bij hele drukke voorstellingen worden verkocht, omdat deze loge direct onder de projectiebundel ligt. Bezoekers wordt dan ook met klem verzocht om tijdens de voorstelling niet op te staan. Fun fact: door de complexe binnenstadligging betaalt het Grand Teatret huur aan drie verschillende huisbazen.
Aan de muur van Foss’ kantoor hangen posters van de grote arthousetitels van de eigen distributeur Camera Film: Amour, Parasite, en de huidige release Close. We zijn verbaasd te horen dat de gemiddelde arthousefilm het hier moet hebben van een release in alleen de vijf grootste steden van Denemarken. Grote titels stijgen daar net bovenuit, maar kleine releases, vertelt Foss, moeten soms hun geld bijna geheel in het Grand Teatret opbrengen.
Ouder publiek
Buiten op het terras blijkt dat Foss ooit enige tijd in Nederland heeft gewoond en dus bij uitstek iemand is die de situatie in beide landen kent. Grappend vergelijkt hij de grote zaal van Grand Teatret met Tuschinski, maar hij blijkt ook op de hoogte van het Nederlandse Cineville en de Amsterdamse FilmHallen. Toen hij bijna dertig jaar geleden bij het Grand Teatret kwam werken, had Foss een achtergrond in festivals en journalistiek. Misschien heeft hij wel iets van die festivalsfeer meegenomen, want dit filmtheater kent verschillende landenfestivals, gewijd aan Franse, Duitse en Italiaanse films.
Grand Teatret, dat een wat ouder publiek trekt, is redelijk hersteld van de covid-periode. Het cafépersoneel zegt desgevraagd wel sommige bekende gezichten onder de bezoekers te missen - reden natuurlijk onbekend. Het valt Foss op dat er weinig innovatie vanuit de covid-tijd doorsijpelt naar de huidige periode, volgens hem een bewijs dat het bioscoopmodel al goed was. Als ik vraag naar de in Nederland bekende vergrijzing van de bezoekers van filmtheaters, reageert hij ad rem dat filmliefhebbers alle leeftijden hebben: ouders van nestverlaters herontdekken de bioscoop ook, nu ze er eindelijk tijd voor hebben.
Foss roemt het Nederlandse bioscoopklimaat met bioscopen en filmtheaters tot in de kleinste steden. Maar misschien is dat de reden, zoals hij in zijn rol van distributeur vertelt, dat prijzen voor de Benelux-filmrechten soms even hoog liggen als voor heel Scandinavië. Als ik vraag of zo’n dubbelfunctie van bioscoop en distributeur ook nadelen heeft, zegt hij dat er wel grenzen zijn aan het runnen van twee bedrijven. Maar uiteindelijk gaat het hem toch om het curaten van de bioscoop. Want als je iets moois hebt gezien, dan wil je dat ook in een goede ambiance aan je publiek vertonen. Foss: ‘We try to make this place gezellig.’
Empire
Nørrebro is een hippe en multiculturele wijk in het noordwesten van Kopenhagen. In de directe omgeving van bioscoop Empire is het goed toeven. Het voetgangersgebied dat langs de entree loopt wemelt van de terrasjes waar jong Kopenhagen zich tegoed doet aan speciaalbiertjes van de nabijgelegen brouwerij, met een snack of maaltijd erbij. Empire is gevestigd in een industrieel ogend gebouw waarachter je meteen een historie vermoed. En dat klopt: wat eerst een fabriek en later een autoshowroom was, werd in 1991 door filmproducent Kenneth Madsen omgebouwd tot filmstudio’s.
- lees verder onder de advertentie -
Het bioscoopgedeelte stamt uit 2001 en is vernoemd naar het Empire State Building. Het is gedeeltelijk eigendom van de Zweedse exploitant Svenska Bio. Oorspronkelijk een vierzalencomplex, werd Empire later uitgebreid tot zeven zalen. Opvallend zijn de drie kleine zalen, met elk slechts een dertigtal stoelen, maar toch met een prima formaat scherm. Hoewel dus volwaardige bioscoopzalen, is de nummering verrassend 4 1/2, 5 1/2 en 7 1/2, waarbij die laatste voor de kenners een knipoog is naar de film Being John Malkovich.
De entree van Empire, met bar/buffet oogt eigentijds. De muziek die op de achtergrond draait suggereert eenzelfde doelgroep als die welke buiten aan de biertafels zit: de wat jongere, hippere filmliefhebber. Een blik op het programma laat een dwarsdoorsnede van het gehele filmaanbod zien: arthouse als Close, cross-over als Beau is Afraid en ook Fast X.
Naast reguliere releases heeft Empire ook een babybios voor ouder en kind, en bij de release van thematisch geschikte films zelfs een hondenbios, inclusief goodiebag voor de hond. In samenwerking met een daklozenopvang organiseert Empire ook regelmatig vóór de reguliere openingstijd een daklozenbios.
Buurtbioscoop
Mette Schramm is directeur en mede-eigenaar van zowel Empire als van de daaraan gelieerde distributeur Reel Pictures. Als ik haar spreek is ze in Cannes om nieuwe films te kijken en te kopen. Ze vertelt dat buurtbioscopen grotendeels verdwenen in de jaren tachtig, maar dat Empire toch echt nog een buurtbioscoop is, die ook als zodanig door de buurt wordt omarmd.
‘We try to make this place gezellig.’
De bioscoop is festivallocatie voor het documentairefestival CPH:DOX, maar Empire heeft sinds kort ook een eigen festival met de focus op inheemse volkeren. Ook zijn er thema-avonden getiteld A Seat At The Table, waar men actuele releases met het publiek bespreekt met als invalshoek inclusiviteit en representatie. Schramm vertelt dat ze bij Empire een originele invalshoek willen hebben met betrekking tot evenementen. Veel bioscopen hebben hun programma tegenwoordig namelijk ‘ge-eventiseerd’ volgens Schramm. Natuurlijk doet Empire ook sommige van dergelijke events - meerdere Deense bioscopen hebben bijvoorbeeld een babybios - maar ze proberen tevens eigen invalshoeken te vinden.
Bijvoorbeeld met Pitchblack Playback. Heb je altijd al eens in het donker via een fantastische audioinstallatie naar een favoriet album willen luisteren? Bij Empire kan het, inclusief blinddoek. De ongecomprimeerde 16-bit audio van het album wordt van stereo naar surroundsound gemixt, zodat je echt ondergedompeld wordt in de muziek. Slogan van het event: Geen afleiding, alleen jij en de muziek. Toen wij er waren was dit met een album van Tame Impala, binnenkort met eentje van Radiohead.
Als ik Schramm vraag naar de lessen van covid, zegt ze dat ze vooral geduld leerde hebben. Sinds de covid-periode gaat het bioscoopbezoek op en neer, maar ze zegt zeker te weten dat de bioscoopervaring zal overleven. Helemaal nu de studio’s teruggekomen zijn op hun plannen om films alleen op streaming uit te brengen. Als ik vraag welke nieuwe ontwikkelingen ze in de bioscoopmarkt ziet, zegt Schramm dat men goed na moet denken over wat voor bioscoop men wil zijn. Met een glimlach: ‘Willen ze de beste en interessantste buurtbioscoop zijn, of degene met de meeste apparatuur? Ik denk dat er ruimte is voor allebei.’
BIG BIO
Langs de kade van Nordhavn, een recent herontwikkeld, voormalig havengebied aan de noordkant van Kopenhagen, wordt druk geflaneerd. Stelletjes zitten aan de kade met wijn en pizza en in een afgezet gedeelte van het havenbassin wordt deze mei-avond zelfs gezwommen. Twee gigantische, verbouwde silo’s langs het water verwijzen naar de oorspronkelijke functie van het gebied; in eentje huist nu de Duitse ambassade.
BIG BIO Nordhavn, de eerste duurzame bioscoop van Denemarken.
Even verderop staat BIG BIO Nordhavn , de eerste duurzame bioscoop van Denemarken, dat onderdeel uitmaakt van een kleine keten van slechts drie bioscopen. Dit vijfzalencomplex uit 2019 bevindt zich op de eerste verdieping van een groot pand, met verder veel horeca.
De zalen van BIG BIO zijn prachtig. Dat moet ook wel, als je tegen ketens als Nordisk Film Cinemas en CinemaxX moet opboksen. De wanden hebben een industriële uitstraling en de akoestiek is prima. Alle zalen zijn uitgerust met uitstekende recliner-stoelen, variërend van 183 in de grootste tot 77 in de kleinste zaal, en zijn ook allemaal voorzien van Dolby Atmos audio. Qua programmatie draait men voornamelijk de grote titels van het moment, maar er zijn ook events. Zo is er een filmclub met criticus Ann Lind Andersen die maandelijks een film selecteert, oud of nieuw, en daarover vertelt. Maar er is ook een boekenclub, waarbij auteurs worden geïnterviewd en over boeken wordt gepraat. Zonder film, want die zaal is er toch en de stoelen zitten heerlijk.
Duurzaamheid
Na een voorstelling van de film SISU spreken we supervisor David Stausholm, die vol enthousiasme vertelt dat duurzaamheid belangrijk is voor BIG BIO. Zo zijn popcornbakken en drankbekers composteerbaar en zijn de rietjes gemaakt van zetmeel. Snoep van de Pick ‘n’ Mix wordt niet zoals elders in plastic zakjes gedaan, maar in bakjes. Tot onze verbazing zijn er echter wel plastic flesjes water. Stausholm beaamt dat dit tegen het duurzame imago van BIG BIO lijkt in te gaan, maar dat in Denemarken tot wel 93% van de plastic flesjes wordt gerecycled doordat er statiegeld op zit. En men blijft bij BIG BIO rondkijken naar duurzamer alternatieven. Zo test men momenteel bamboe bekertjes en wordt zelfs het duurzame toiletpapier opnieuw onder de loep genomen.
Aan de muren van de bioscoopfoyer hangen allerlei korte teksten, die uitleg geven over de diverse duurzame keuzes in het pand. Zo zijn bij de productie van de comfortabele banken in de foyer kleine foutjes geconstateerd. B-keus dus, maar geen hond die het ziet, plus BIG BIO heeft ze hiermee van de vuilnishoop gered. Hetzelfde geldt voor de mooie lampen die aan het plafond hangen en de massieve tegels aan de muur bij de entree.
Stausholm vertelt dat ook het buffetaanbod erg duurzaam is. Zo komt de koffie van een collectief van boerinnen uit Kenya. Het vegetarische gebak wordt gemaakt zonder eieren, maar van het diervriendelijker aquafaba. Het glaswerk van het buffet komt van kringloopwinkels uit heel Denemarken, dus met allerlei verschillende vormen. De koffiekopjes zijn afkomstig van een pottenbakker in Litouwen die klei zonder schadelijke chemicaliën gebruikt. Zelfs de bedrijfskleding die Stausholm draagt past binnen het duurzaamheidsconcept. Dat is namelijk een gerecycled jasje van een wasserij. Eigen logo erop en klaar is je duurzame vintage look.
Maar uiteindelijk komt de bezoeker toch voor de film. En met de premium stoelen en geluid, zit dat bij BIG BIO meer dan goed. Of zoals Stausholm het zegt: ‘BIG BIO is een bioscoop voor iedereen. We bieden comfort boven kwantiteit. Een luxe ervaring, maar voor dezelfde prijs als onze concurrenten.’ En zo is het.