‘Ik wist niet eens dat die prijs bestond’, lacht Géke Roelink. De algemeen directeur van Filmhuis Den Haag mag op 23 juni de UNIC Achievement Award in ontvangst nemen voor haar idealistische visie en onvermoeibare inzet. De prijs wordt uitgereikt tijdens de internationale vakbeurs CineEurope in Barcelona.
De Europese branchevereniging van bioscoopondernemers UNIC reikt de prijs jaarlijks uit aan iemand die een waardevolle bijdrage levert aan de (inter)nationale bioscoopsector. Roelink was acht jaar Hoofd Sector Presentatie bij Eye Filmmuseum, zeven jaar bestuurslid van de Nederlandse Vereniging van Bioscopen (en Filmtheaters), mentor in het UNIC Women's Cinema Leadership Programme, adviseur van de Raad van Cultuur, lid van de Raad van Toezicht van het Imagine Film Festival en – last but not least – elf jaar directeur van het Haagse filmhuis. Volgens het persbericht wil UNIC met de prijs echter vooral haar visie op filmvertoning belonen: ‘Géke gelooft dat films en bioscoopbezoek een cruciale rol spelen bij sociale inclusie en cruciaal zijn voor een harmonieuze samenleving’, schrijft UNIC. ‘Haar inspanningen hebben ervoor gezorgd dat Filmhuis Den Haag het middelpunt van het Haagse culturele leven is geworden en het plaatselijke theater is getransformeerd tot een knooppunt voor sociale en culturele uitwisseling’.
‘Ook de grote bioscopen zouden veel meer kunnen cureren.’
De sleutel
‘Nou, toen ik kwam wás het al een prachtig filmtheater met fantastische retrospectieven’, relativeert Roelink aan het begin van het interview. ‘Wij hebben in 2011 de digitalisering vooral aangegrepen om de boel nog meer open te gooien. Opeens maakte het niet uit of je de film een of twee keer draaide, of tien keer. We besloten: om negen uur ’s morgens open en middernacht dicht, en dat de hele week. Daar waren we toen de eersten mee. Verder hebben we de programmering veranderd. Het eerste cluster, Jouw wereld, is het klassieke filmhuisprogramma. Jouw talent is het tweede; we hebben een stevigere impuls gegeven aan filmeducatie en later ook Haagse filmmakers betrokken. Het derde cluster is Jouw stad. Dat is echt waarin ik geloof. Het is niet: dit is een filmtheater en dat kan eigenlijk overal staan. Nee, dit is een theater dat in Den Haag staat en in de programmering al die verschillende verbindingen aangaat met de stad. Alle thema’s die bij Den Haag horen: recht en vrede, politiek… Maar ook alle communities; er leven hier vijftig nationaliteiten. We hebben programma’s gemaakt met de Hindoestaanse gemeenschap, met de Armeense gemeenschap, met de surfers die in Scheveningen actief zijn en zelf filmpjes maken… Soms geven we ze daadwerkelijk de sleutel, mogen ze zelf het programma samenstellen.’
Voor corona trok het filmhuis jaarlijks 320.000 bezoekers, waaronder 20.000 studenten en scholieren. ‘Die combinatie van clusters, dat is wat ik het mooiste vind. Wanneer Beyoncé een nieuw album heeft, maakt ze daar altijd prachtige films bij. Dat je dat kunt combineren met het Franse filmpubliek én met die surfers die hier hun films draaien, dat is fantastisch. We proberen iedereen het gevoel te geven dat het hún filmhuis is. Hún plek. We discussiëren zelfs over de bordjes op de toiletten. Hoe zorgen we ervoor dat het voor iedereen open en prettig is? Je kunt naar de film, maar je kunt ook even gaan zitten, je ontbijt eten, de tentoonstelling bekijken, een plaatje draaien...’
Diverse stad
Het filmhuis bestaat nu veertig jaar en werd in de afgelopen periode ingrijpend gerenoveerd. Vanwege de pandemie kon er van een groot feest echter geen sprake zijn. Het jubileum wordt binnenkort met een reünie gevierd: ‘Voor alle medewerkers en vrijwilligers, vanaf het eerste uur, zonder wie het allemaal nooit gelukt was. We hebben een topteam.’
Zonder vallen en opstaan ging het ook niet, geeft Roelink grif toe. Een Turks-Koerdisch filmfestival zorgde in 2017 bijvoorbeeld bijna voor een politieke rel. ‘Ik was veel te naïef, dacht: die Turkse en Koerdische gemeenschappen leven samen in Den Haag, dus we kunnen ze ook wel samen uitnodigen. Een rechtse krant in Turkije schreef erover. De politie hield een oogje in het zeil. Zit je opeens midden in de geopolitiek met je filmhuisje! Gelukkig leer je dan dat ze een gemeenschappelijk filmerfgoed hebben. Daar konden we op teruggrijpen. Yol zorgde voor discussie, maar The Girl with the Red Scarf, een zoetsappige klassieker uit 1978, was een film die ze allemáál hadden gezien en nu graag aan hun kinderen wilden laten zien. Iedere bezoeker kreeg een rode sjaal. En daardoor konden we dus uiteindelijk óók Yol vertonen en daar een gesprek over hebben.’
‘Film is kunst - ik zie het echt als kunstvorm - maar het is ook een middel.’
Een diverse stad, en dus de keuze voor een zeer diverse reeks activiteiten: ‘Een van de vitrines van onze platenhoezententoonstelling over de geschiedenis van de filmmuziek is nu gevuld door een Hindoestaanse mijnheer die een winkel had in Bollywood-muziek, een bekende Hagenaar. De hoop is natuurlijk dat die studenten uit Den Haag en Leiden dat zo ook ontdekken.’ Roelink vertelt honderduit over de vele samenwerkingen met Ghanese makers, Korzo, Het Paard, de skaters… ‘Iedere community bestaat weer uit andere communities, iedereen met zijn eigen mores en eigen wensen. Soms leiden die samenwerkingen tot blijvende banden. Maar eerlijk gezegd: al komen ze maar één keer. Als ze weten dat ze welkom zijn, ben ik al heel blij.’
Mooiere wereld
‘Misschien kijk ik ook net iets anders tegen filmvertoning aan omdat ik een andere achtergrond heb. Ik heb een opleiding museologie gevolgd en heb eerder bij NEMO en de UvA gewerkt. Zo ben ik ook bij het Filmmuseum beland. Ik heb een brede opvatting van cultuur. Film is kunst – ik zie het echt als kunstvorm – maar het is ook een middel. Een middel om zaken aan te kaarten, dingen te agenderen. En ik geloof in wat Hannah Arendt zei: op het moment dat jij begrip hebt voor die ander, je in de ander in kunt leven, kun je ook gemakkelijker samenleven. Soms tegen de klippen op. Ik geloof in de goedheid van de mens. Dat ik iets kan betekenen met kunst en cultuur, en dus ook met film. Zorgen dat mensen het fijn hebben. Dat de wereld mooier is.’
- lees verder onder de advertentie -
De UNIC beloont die inzet en dat idealisme dus binnenkort met een Achievement Award. Betekent dat ook dat ze vindt dat meer bioscopen en filmtheaters haar voorbeeld zouden moeten volgen? ‘Ik ben gelukkig niet de enige, hoor. Ze hebben mij gevraagd deel te nemen aan het eerste panel van UNIC, over de toekomst van Big Screen. Dat vind ik spannend, als filmhuisje daar iets over te roepen, maar het is eigenlijk zó belangrijk. Ik zie twee ontwikkelingen. Ten eerste: er is nu zoveel film, we worden erdoor overspoeld. Hoe kun je daar je weg nog in vinden? Ook de grote bioscopen zouden veel meer kunnen cureren. Ze zouden veel vaker kunnen zeggen: mijn bioscoop staat op déze plek, in déze stad en hier is déze film, dit filmprogramma van belang. Ik geloof echt dat we een grotere rol kunnen spelen in onze gemeenschappen. En de tweede ontwikkeling: alles is nu online, dus maak van de bioscoop een welkome verblijfsplek. Nu is het vaak nog: je gaat de zaal in en daar heb je gigantisch goede projectie en daarna ga je die zaal weer uit. Laten we, in plaats van lange rijen voor de kassa, echte verblijfsplekken creëren. The Third Place-theorie is dat: je hebt je huis, je werk - maar nu steeds vaker online en niet meer je hele leven voor dezelfde werkgever – en mensen zijn dus op zoek naar plekken waar ze elkaar kunnen ontmoeten. Ik denk dat ook grote bioscopen dat kunnen omarmen. Misschien gaan ze wat minder verdienen, maar ze kunnen véél meer betekenen.’