interview
Herman Reckman verlaat Filmhuis Almelo

‘Het voelt wel een beetje als mijn kindje’

Herman Reckman neemt afscheid van Filmhuis Almelo

Ridder zonder kopzorgen

‘Het voelt wel een beetje als mijn kindje’, bekent Herman Reckman met enige zelfspot. De voorzitter van Filmhuis Almelo neemt afscheid van het filmhuis dat hij vijftig jaar geleden hielp oprichten.

Herman Reckman en een groepje vrienden richtten Filmhuis Almelo in 1972 op. Het was, nu een halve eeuw geleden, een van de eerste filmhuizen in Overijssel. ‘We hadden een werkgroepje in het voormalige jongerencentrum Erve Noordik en vonden gewoon dat er iets moest komen’, vertelt Reckman aan de telefoon. Commerciële bioscopen waren er wel in Almelo - Cinema Palace en Bioscoop Varossieau in de Grotestraat Noord - maar voor de betere artistieke film moest je naar een van de grote steden. Reckman was in 1966 een paar blauwe maandagen werkzaam geweest in het eerste filmhuis van Amsterdam, Cinetol van Cor Koppies, en was een filmveelvraat. ‘Fellini, Pasolini, Bergman, Tavernier, Antonioni… Dat soort films wilden we heel graag ook naar Almelo halen. Ik geloof dat ik Blow Up in die tijd wel twintig keer gezien heb.’

Blow Up / Copyright MGM 

'Ik geloof dat ik Blow Up in die tijd wel twintig keer gezien heb.’

Herman Reckman 

Aan de keukentafel
De enthousiaste vrijwilligersgroep vond een vertoningslocatie in de schouwburg van het toen kersverse Cultureel Centrum De Hagen. ‘In het begin werd er alleen op 16mm gedraaid. We hadden achter in de zaal twee tafels tegen elkaar geschoven, daar een tafel dwars op gezet, en daarop stonden dan twee 16mm-projectoren te snorren. Je had toen al die kleinere verhuurders in Nederland: The Movies, Fugitive, IAF, Meteor enzovoort. Daar haalden we onze films vandaan. Dat was natuurlijk ook de tijd van de oprichting van Vereniging Het Vrije Circuit (de eerste organisatie van onafhankelijke filmhuizen, red.).’ De 16mm-films werden na afloop van de voorstelling soms nog thuis aan de keukentafel handmatig teruggespoeld. Het filmhuis kreeg pas in de loop van de jaren tachtig de beschikking over een eigen 35mm-projector.

Reckman wist in die beginperiode ook een collectie oude opnamen uit de regio Twente op de kop te tikken en trok daarmee langs de buurt- en verzorgingshuizen. ‘Die mensen zijn nu allemaal dood, maar toen konden ze zichzelf dus nog terugzien op die oude filmpjes uit de jaren dertig. Dat vonden ze fantastisch.’ De documentaire Twente op film: zo doo wiejleu dat, met archiefbeeld uit honderd jaar Twentse geschiedenis, werd dit jaar natuurlijk ook in Almelo vertoond, maar Reckman spreekt vrij nadrukkelijk tegen dat het filmhuis ‘regionaal’ zou willen zijn. Filmhuis Almelo brengt al vijftig jaar een heel gevarieerd en internationaal filmaanbod.

Wel zette hij zich jarenlang in voor soortgelijke initiatieven op andere plekken in de regio. Hij werd vanaf 2003 bestuurslid van de Vereniging Overijssels Filmhuis Overleg en hielp veel zusterverenigingen en andere filmhuizen met advies en ondersteuning. ‘Veel van die kleine filmhuizen delen een gebouw met een theater of cultureel centrum en vertonen hun films van dvd of Blu-ray. Ze hebben die kennisuitwisseling en gezamenlijke lobby hard nodig.’ Reckman was ook betrokken bij de organisatie van het Overijssels Film Festival, dat na de coronacrisis dit jaar zijn activiteiten weer oppakt.

Welkome aanvulling
Er is in de afgelopen vijftig jaar veel veranderd. Cinema Palace en Bioscoop Varossieau in Almelo bestaan niet meer. Cinema Palace sloot in 1987 de deuren en Varossieau ging in 2005 dicht. Eind 2008 verscheen er een nieuwe commerciële bioscoop aan het Amaliaplein. De opzet van Filmhuis Almelo is natuurlijk bescheidener, maar het filmhuis mag zich dus met recht de oudste filmvertoner van Almelo noemen. Met een aanbod bovendien, dat een welkome aanvulling biedt op het bekende blockbustergeweld

'Mijn vrouw zei vroeger wel eens dat ik getrouwd was met het filmhuis.'

Herman Reckman

Herman Reckman / Foto Ilona van Genderen Stort

Tegenwoordig, vertelt Reckman, werken er ongeveer twintig vrijwilligers in het filmhuis. Zij organiseren iedere woensdag- en vrijdagavond voorstellingen in de theaterzaal van Theater Hof 88. De Herman Finkers Zaal, zoals de zaal heet, beschikt over 166 stoelen. Het filmhuis kan ook rekenen op de vaste steun van meer dan vijfhonderd pashouders. Filmliefhebbers die niet alleen uit Almelo komen, maar uit de wijde omgeving: Wierden, Vriezenveen, Tubbergen… Het Filmhuis verzorgt daarnaast vertoningen voor scholen en verenigingen. 

Op 35mm wordt ondertussen niet meer gedraaid. Het filmhuis in Almelo behoorde in 2012 tot de laatsten die werden gedigitaliseerd. ‘Alleen onze operateur was daar toen echt niet blij mee’, vertelt Reckman. ‘Hij is toen ook gestopt. Voor het publiek is het natuurlijk een enorme vooruitgang. We kregen onze films vroeger nooit in de eerste week, dus daar zaten altijd wel krassen of kabels op. Nu is het beeld perfect.’

Er kwamen nieuwe films, andere regisseurs werden groot en er kwamen ook andere distributeurs waarmee zaken moesten worden gedaan. Nederland kent tegenwoordig een bloeiende filmhuis- en filmtheatercultuur. Reckman was in april dit jaar een van de aanwezigen in Deventer tijdens de oprichtingsvergadering van de Vereniging van Filmhuizen. ‘Het moet zich nog bewijzen’, vindt hij, maar dat er, naast de Nederlandse Vereniging van Bioscopen en Filmtheaters (NVBF), behoefte is aan een vereniging voor kleinschalige filmhuizen onderschrijft hij van harte. Hij noemt bijvoorbeeld de prijsstijgingen van FilmService, die het leven voor veel kleine vertoners moeilijker maakt.

Op vragen over de verandering in het kijkgedrag van het filmpubliek reageert hij laconiek. Natuurlijk is het zo dat een jongere generatie de streamingdiensten en het bingewatchen heeft ontdekt, maar dat is nooit het publiek geweest van het filmhuis. ‘Ons publiek is wat ouder, zij gaan niet zo snel alleen maar thuis zitten netflixen. Door de coronacrisis hebben we wel een teruggang in bezoekersaantallen gehad. Dat is nog steeds niet helemaal hersteld, maar ik denk dat we gelukkig heel trouwe bezoekers hebben.’ 

Ridder zonder kopzorgen
Reckman werd in maart 2018 geridderd in de Orde van Oranje-Nassau. De NVBF eerde hem met een Gouden Speld voor zijn langdurige inzet voor de filmcultuur. Eind vorig jaar mocht hij ook de Overijsselse Vrijwilligersprijs in ontvangst nemen uit handen van Statenlid Marieke Blom. Allemaal verdiende eer, na vijftig jaar hard werken. ‘Mijn vrouw zei vroeger wel eens dat ik getrouwd was met het filmhuis.’

- lees verder onder de advertentie -

'Politici maken wel eens goede sier met het feit dat Almelo een eigen filmhuis heeft, maar soms vraag je je af hoe belangrijk ze het werkelijk vinden.'

Bij het afscheid kan hij terugblikken op alle mooie films die in de afgelopen jaren in het filmhuis werden vertoond. Reckman herinnert zich echter ook de moeilijkere tijden nog. In 1987 werd het Cultureel Centrum De Hagen overgenomen door het Van der Valk-concern en moest het filmhuis op zoek naar een nieuw onderkomen. ‘Voor de amateurverenigingen, muziek en toneel, die daar ook zaten, werd een oplossing gezocht, maar het filmhuis dreigde vergeten te worden.’ Uiteindelijk belandde het filmhuis op de plek waar het nu zit, Theater Hof 88 aan de Elisabethhof. ‘Politici maken wel eens goede sier met het feit dat Almelo een eigen filmhuis heeft, maar soms vraag je je af hoe belangrijk ze het werkelijk vinden.’ Hij herinnert zich bijvoorbeeld nog een gemeentelijke subsidiebijdrage van maar liefst duizend gulden op een aanvraag van in totaal 36.000 gulden.

Enfin, dat zijn kopzorgen die hij nu aan anderen kan overlaten. Het afscheidsfeest staat op 11 september gepland. ‘Ik zal nog wel eens een avondje organiseren, maar het is tijd om te gaan. Het Filmhuis voelt wel een beetje als mijn ‘kindje’, maar dat zet ik tussen aanhalingstekens. Er is gelukkig een heel team en iedereen staat klaar om het over te nemen. De techniek is voortaan in handen van Theater Hof 88. Er werd dit jaar nog geïnvesteerd in een nieuwe geluidsinstallatie met een upgrade naar 7.1. en binnenkort komt er ook een nieuw scherm. Verder zal er voor het publiek niets veranderen. Ik heb er alle vertrouwen in.’